Ik struikelde vanochtend over een tweet waarin het artikel ‘Geen van je vrienden vindt nog iets leuk op Facebook‘ onder de aandacht werd gebracht. Ik was er snel bij en las:
Facebook trof een schikking in een rechtzaak waarin werd gesteld dat de privacy van Facebookgebruikers in het geding kwam bij de inzet van deze advertenties. En dat kostte 20 miljoen dollar. Ondanks dat Facebook al ruim 200 dollar verdiende met de sponsored stories, doet dat toch pijn.
Ik lees de laatste zin nog een keer en denk: 200 dollar? Per story, of wat? Volgens mij is de auteur een woordje ‘miljoen’ vergeten. Mijn eerste reactie is dan: corrigeren. Op de tweet reageren en twitteren dat het waarschijnlijk 200 miljoen dollar moet zijn, of iets dergelijks. Enfin, ik wil die tweet maken en realiseer ik me ineens dat de auteur of andere lezers van 42bis na deze tweet ook vast het artikel nog een keer gaan lezen en dan die fout tegenkomen. Dus ik denk ik wacht een minuutje of 3 en refresh dan de pagina.
En inderdaad, nu stond ‘miljoen’ ertussen.
De mens is gericht op fouten, is gevoelig voor kritiek of negatief nieuws. Nieuws dat wij brengen is negatief nieuws, wij willen ook en masse negatief nieuws consumeren. De evolutie leert dat dat te maken heeft met het overleven van mens en dier. Dat negatief nieuws ons alert houdt om het gevaar uit de weg te gaan.
De kracht van negatief nieuws is groot, of we dat nou willen of niet… maar ook kritiek geven en krijgen en fouten accepteren en corrigeren horen bij ‘overleven’.
Dus ik twitter iets algemeens over fouten maken:
Een taal- of stijlfout in een blog post is als een steentje in je schoen. Je reageert op de fout ipv het verhaal. Dat steentje moet eruit.
En inderdaad, ik vind die fout storend, maar vooral: ik voel mezelf heel belangrijk dat ik dat gezien heb en ik wil bij de schrijver aangeven, zodat ie mij weer van belang vindt. Alleen loop ik in de valkuil dat het verhaal niet meer door mij wordt gelezen, en ik dus niet weet wat de strekking van het verhaal is.
En let op. Als ik iets twitter waarin de betwetermeter kan uitslaan, dan weet ik dat daar waarschijnlijk op wordt gereageerd.
En dat klopt. Ik krijg van een tekstschrijver een tweet: “Blog post? Blogpost? RT @punkmedia: Een taal- of stijlfout in een blogpost is als een steentje in je schoen. […] Dat steentje moet eruit.” Waarin dus de fout die ik heb gemaakt door blog post te schrijven met een spatie ertussen wordt gecorrigeerd, of ja corrigeren is het niet echt, onder de aandacht gebracht. Dus is er altijd wel iemand die betweterigheid zit te dissen op twitter. Maar goed: blog post is blog post met een spatie in het midden.
De clou en het advies: lees over fouten heen, zoek de strekking van het verhaal, leer daarvan en je wordt een rijker mens dan als je iemand anders publiekelijk via twitter op z’n fouten wijst.
In een enthousiaste groep van 100 positieve optimisten trekt die enkele negatieve pessimist het niveau en het moreel van de hele groep omlaag met z’n negatieve kaboutergedrag…
En om die reden introduceer ik onder aan deze blog post – met spatie, en niet blog of blogje – de blog post disclaimer.
[Disclaimer}
Deze blog post kan inhoudelijk niets nieuws brengen. Daar ben ik me van bewust. Alleen me laten verstarren door dit besef is natuurlijk een tweede. Gedachten dat ‘iedereen dit toch al weet?’ of ’tjongejonge is dit nieuws?’ en kabouterpraat op schouderhoogte maakten me ooit onzeker. Maar ik ben veranderd. Ik weet dat ik mooie en interessante stukken maak die gewoon zonde zijn om niet te delen. Ik vecht tegen negativisme, in mezelf, in anderen en in de samenleving. Met liefde, inspiratie en eerlijkheid als drijfveren. Dus ik verzoek je: retweet deze modderfokker, like ‘m on Facebook of… doe gewoon niets. Ik probeer iedere avond met een schemerlamp in m’n verder donkere studio een blog post online te knallen. Want ik weet: het verrijkt m’n leven.
(Dat ik zo’n disclaimer maak is overduidelijk een teken van onzekerheid, dat snap ik, door een persoon op zoek naar zekerheid, maar a la, ik heb het nu nog nodig.)
Om het NRC Next artikel te kunnen lezen neem je een abonnement op deze fijne krant zodat je dit niet pas hier leest, en anders klik hier >>
Mooi Gezegd Henk Jan,
Ik snap vaak niet dat mensne zo moeilijk doen over fouten in de taal. Taal was vroeger bijvoorbeeld wel met dubbel o, dus boomen, alleen waren er wat mensen die vonden dat dit niet hoorde, dus maakten ze regels die de taal voorschrijven. Maar waarom zouden we ons zo nodig aan die regels houden? Dat doen we vaak bij andere regels ook niet, waarom deze dan wel zo star? Ik vind het maar een bijzonder iets dat taal.
Tja. Omdat je er zo de aandacht op vestigt, ga ik toch maar even heel betweterig doen: het is toch écht blogpost (en blogpostdisclaimer)… woordenlijst.org/leidraad/12/1. Niet bedoeld als dissen of als negativiteit – sterker nog, als je post een ander onderwerp had gehad, was ik uit beroepsdeformatie over het woord gestruikeld maar had ik er niks over gezegd. Maar wie zelf over taalfouten begint… 😉
Ik probeer me ook zo min mogelijk druk te maken over fouten, en Ellen je hebt helemaal gelijk. Als ik onzeker ben over de schrijfwijze kijk ik in Google. Zo wordt blogpost niet gevonden maar meteen verwezen naar blog post. Ik spreek blog post op z’n Engels uit (poost) dus zou ik kunnen zeggen dat ik de Engelse regels hanteer. Eitherway is oké (of okay). Thanks. 🙂