Huub Klompenhouwer. Vandaag 14 jaar dood. Maar nog niet vergeten. Ik denk niet iedere dag aan je, hoewel, in die kleine dingen als ‘het voorpraatje maken aan de telefoon, niet je naam noemen, maar meteen “ze zeggen dat een telefoonstem eigenlijk niks zegt over… blablabla” en na 3 minuten pas “met Huub Klompenhouwer, waar ik voor bel is…’ voordat je ging vragen naar de persoon waar je voor belde en waar je wat van wilde weten, en in Miles Davis die ook bij mij iedere week nog langskomt, en herinneringen aan onbezorgd publiceren wat je wilde, en roken roken roken ben ik je nog lang niet vergeten.
Het was op een vrijdag. Eind oktober 2000 zat hij naast uitgever Jacqueline Stoutjesdijk, en ik zat aan de andere kant van de grote uitgeverstafel. Er was meteen een klik tijdens het sollicitatiegesprek, waarin Huub als ad interim hoofdredacteur aan het aftasten was of hij het met mij een halfjaar zou kunnen uithouden slash vinden en Jacqueline, het is lang geleden, vooral het gesprek leidde tussen Huub en mij.
Tijdens de gebruikelijke rondleiding door de redactieruimte met redactiemedewerker Marja Tan en de ruimte van de commerciëlen, sales advertentie hoofd verkoper Wouter Veltman naast Nelleke Kudrewicz en Mark Wichmann naast Sander van der Seijp, liet ik Huub enthousiast weten deze functie heel heel graag te willen. En heel graag met hem het redactiewerk te willen invullen. Ik weet nog dat Huub daarom moest glimlachen. Zo van ‘het zit wel goed’.
Maandag kreeg ik bericht: ik kon op 16 november beginnen. De buit was binnen. Mijn leven zou onherroepelijk veranderen door deze eerst nog eindredacteur-functie en na een halfjaar het hoofdredacteurschap. En we rookten, en rookten, Huub zijn sigaren, ik mijn Marlboro’s Light. De deur naar de gang zoog de rook uit de ruimte. Daar zaten de twee mannen van de redactie Feestelijk Zakendoen. FZ later, want die naam kon echt niet meer, vonden we unaniem. (Dat roken heb ik inmiddels al 21 jaar achter me gelaten, en geen dag gemist.)
10 jaar later, 10 jaar nadat Huub als ad interim weer ergens anders aan de slag ging, en vandaag precies 14 jaar geleden, is Huub Klompenhouwer aan darmkanker overleden. Tot het laatste moment deed ie z’n eigen ding, achter in de tuin, een warm gebrande en smeltende LP door een pers halen en in een mal persen tot een konische vaas met gaatje.
Optimist tot in de kist
Huub is in topconditie, voelt zich heerlijk, en geniet van elk moment van zijn leven. “Nog twee jaar hooguit.”
Dat was twee jaar geleden, op 09 mei 2008. De dag dat ik deze foto’s maakte, deze video en een dag erna deze blogposting maakte.
Huub is op maandag 12 april 2010 overleden. Tijdens kerst 2007 werd darmkanker gediagnostiseerd.
Ik kreeg net de kaart binnen met de teksten >>
‘Maar als ik dood ben
Is ’t eerste wat ik doe:
Honderd jaar slapen.
Want ik ben moe’
huub klompenhouwer
Journalist
Levensgenieter
Optimist tot in de kist.
Woerden, 2 mei 1948 – Edam, 12 april 2010
Isabelle Klompenhouwer-Matthee
Melle Klompenhouwer
Sanne Klompenhouwer en Casper Maas
Roosje Klompenhouwer en Filip Mobach
Correspondentieadres:
Familie Klompenhouwer
Grote Molensteeg 2, 1135 XL, Edam
www.huubklompenhouwer.nl
Gelegenheid tot afscheid en condoleren op woensdag 14 april, van 19.00 tot 20.30 uur in de Kosterij, Grote Kerkstraat 57, Edam.
Op dinsdag 20 april vindt om 13:30 uur een afscheidsevenement plaats voor een laatste groet en serieus genieten in de Grote Kerk, ingang Grote Kerkstraat 59, Edam.
De crematie zal in besloten kring plaatsvinden.
In plaats van bloemen wil Huub graag een donatie voor een benefietconcert in de Mahogany Hall Jazzclub te Edam via een envelop in de Kosterij of in de Grote Kerk.
Wat ik nog niet wist, is dat Huub een eigen site met eigen jazzfoto’s heeft laten maken: huubklompenhouwer.nl
Bericht op Expovisie.nl >>
Bericht op Qualityinmeetings.nl >>
Bericht op Eventbranche.nl >>
Bericht op Highprofile.nl >>
De blogposting van 10 mei 2008 >>
Leven zonder deadline (nou Huub, nog eentje dan)
Huub is in topconditie, voelt zich heerlijk, en geniet van elk moment van zijn leven. “Nog twee jaar hooguit.”
Huub Klompenhouwer, de man die mij ooit bij Reed Business aannam toen hij hoofdredacteur ad interim was, de man met wie ik vervolgens onvergetelijk heerlijk zes maanden lang rokend, espresso drinkend en naar de mooiste jazz luisterend heb gewerkt – 2001 was een artistiek creatief ondernemend en vooral genietend jaar, die Huub is ongeneeslijk ziek. Darmkanker.
“Als ik al mijn facturen en declaraties op een stapel leg lijkt het wel of ik twee levens heb gehad.” Huub was en is een levensgenieter, voor en zeker ook na de ‘fatale kerstboodschap’ waarin hij te horen kreeg dat de uitzaaiingen niet te stoppen waren.
Gistermiddag na een filmklus in Rotterdam en Amsterdam, ging ik bij ‘m langs in Edam. Met het zweet druipend van z’n voorhoofd liet hij me binnen. “Jezus, is het al drie uur, ik zit te klussen in mijn hok.”
Oké, ik weet ’t. Niet iedereen met kanker is kaal of meteen kreupel, maar zo’n energieke vent als Huub gisteren had ik ook weer niet verwacht. “Ja, de chemo slaat lekker aan, ik voel me prima. Zullen we afspreken dat we het tien minuten over mijn ziekte hebben, daarna wil ik er niets meer over horen. Dan gaan we weer genieten.”
En na tien minuten onder de parasol in de tuin: “Kom we gaan even een biertje drinken bij Smit Bokkum in Volendam.” Achtergrondinformatie over Smit Bokkum: dit is het legendarische paviljoenrestaurant met de lekkerste gerookte paling, met een palingrokerij waar de palingsound is ontstaan, of eigenlijk, vanwaar elke keer een pondje gerookte paling met een artiest of band (BZN, The Cats, noem ze maar op) meeging naar Joost den Draaier (die de naam palingsound hiermee verzonnen heeft).
Anyway, het was twee uur genieten, met eigenaar Jan Smit (ja zo heten er meer in Volendam) van Smit Bokkum die aanschoof om het verhaal van de palingsound uit te leggen (als hierboven beschreven, maar dan in een veel langere en vermakelijker versie) en Huub die geen spat is veranderd eigenlijk.
“Ik ging laatst naar een verjaardagsfeestje, je weet wel zo’n kringgebeuren, daar kwam ik veel te laat, men maakte zich duidelijk zorgen en toen ik om de hoek kwam keken ze me aan met een blik ‘is dit Huub waar we het net de hele tijd over hadden?’, ze hadden misschien al een lijk verwacht, dus ik zeg “ja ik ben wat later, kunnen jullie alvast een beetje wennen. Lachen! Ik hou daar he-le-maal niet van, dat soort feestjes. Ik stond ook al weer snel in de keuken iets te koken… lekker ontspannend.”
Vlak voor z’n overlijden, maandag in de mooie zon, bizar eigenlijk en mooi tegelijk, geeft Huub nog even een lesje platen persen voor de camera. (Zie vijfde reactie hieronder van Melle, Huub’s zoon.)