De uitgeverij waar ik gewerkt heb werd op een zeker moment verblijdt met een nieuw ‘systeem’. Het blije systeem heette en heet nog steeds Performance Management, met daarbinnen ook een systeempje Competentie Management. Nou, kort door de bocht even, alles waar management achter staat: WANTROUWEN. Management breekt ambacht af.
De uitgeverij waar ik gewerkt heb werd op een zeker moment verblijdt met een nieuw ‘systeem’. Het blije systeem heette en heet nog steeds Performance Management, met daarbinnen ook een systeempje Competentie Management. Nou, kort door de bocht even, alles waar management achter staat: WANTROUWEN. Management breekt ambacht af.
Een ijsverkoper zet de smaken die hij wil verkopen vooraan en achteraan, let maar op, in de gedachte dat de middenlaag wordt vergeten. Dat systeem werkt. En dat leek me wel een mooie metafoor voor de BV Nederland: je hebt de top nodig, de leiding, voor de visie en inspiratie van het bedrijf en je hebt het personeel nodig voor de uitvoering. Die twee lagen kunnen elkaar op basis van vertrouwen voeden. Elkaar voeden door naar elkaar te luisteren. De tussenlaag, het management, voegt niets toe. Sterker: die remt ontwikkeling af. Kortom: weg ermee.
Systemen werken per definitie niet, mensen werken. Managers managen, wat inhoudt dat ze de continuïteit van een bedrijfsvoering ‘in goede banen leiden’. Ze voegen dus feitelijk niets toe, maar zorgen ervoor dat iedereen zijn werk doet, afspraak afspraak is en ‘het proces optimaal verloopt’. In theorie. In de praktijk staat het management vaak juist alleen maar innovatie en ontwikkeling in de weg, wapperend met Excel-sheets, niet gehaalde targets, en cijfertjes die hun bonus hadden moeten veiligstellen. Om nog maar te zwijgen van het ‘niet luisteren naar het personeel’ waar hij het van moet hebben.
Management, controle, toezicht, systemen als Performance Management ontstaan uit wantrouwen en angst. Bedrijven zonder deze lagen, platte organisaties dus, zijn bedrijven die hun medewerkers vertrouwen geven, ruimte geven voor hun eigen invulling, ontdekkingen. Die bedrijven, of die mensen die deze bedrijven leiden waarderen de passie voor het vak en belonen ‘het ambacht’ van hun samenwerkers. Een mooi voorbeeld daarin vind ik altijd Hutten Catering, van Bob Hutten. Die man verdient een eigen film.
Persoonlijk intermezzootje
In mijn geval werden mijn ogen naar de (online) toekomst geopend tijdens een tweedaagse training van onze topman ‘internet’. In maart 2005 zag ik het licht: “Jullie gaan over twee jaar allemaal met videocamera’s op pad om jullie interviews te doen”. Ik geloofde de man, en nog steeds. En vrijwel meteen kocht ik een videocamera. Ik kon alleen nog niets online zetten, want dat werd binnen de organisatie niet gefaciliteerd. Het gekke was dat ik een halfjaar later werd gevraagd om een nieuwe project rondom videobusiness te gaan opzetten, omdat ik er (als enige, met Joost Boers) bezig was met online video. YouTube bestond nog niet, maar ook de voorgangers als Google Video, Dailymotion en Vimeo. Maar in de zomer van 2005 kwam ineens via Google Video de mogelijkheid om gratis videocontent te plaatsen. Ik kon mijn content dus eindelijk kwijt. Dat videoproject, of mijn rol daarin is er nooit gekomen, op het moment dat ik gevraagd werd stapte ik over naar een ander bedrijf.
Wat ik gemerkt heb in die gave tijd van 2005 was dat ik mijn aangeschafte apparatuur, videocamera, statief etcetera, niet kon declareren. Ik kon alles zelf betalen. Argumenten waarom ik dit wel gedeclareerd had moeten krijgen werden in de wind geslagen als ‘ja JIJ hebt een camera aangeschaft, niet WIJ’. Huh? Anyway, gevolg is dat ik daar dus snel weg was. Waarom gaat men weg bij bedrijven: 68 procent omdat men niet wordt gewaardeerd, hoorde ik Hans Poortvliet laatst zeggen als waarderingsmanagement deskundige.
Meer vertrouwen, minder management
Ik dwaal nu wat af. Ik wilde eigenlijk een pleidooi houden voor MEER VERTROUWEN en MINDER MANAGEMENT. Performance management (PM) is in mijn ogen een verkapt controlesysteem om mensen met goede onderbouwing de laan uit te sturen, om dossiers aan te leggen van personeel, om aan te kunnen tonen waarom er gekozen is om jou als werknemer een halt toe te roepen. Echt. Waarom zou je iedereen door eenzelfde Performance-filter duwen als iedereen uniek en anders is. En interessant genoeg worden dit soort management systemen altijd ingezet in moeilijke economische tijden. Of lastige financiële tijden binnen het bedrijf. Niet lang na de invoering van het PM werden afdelingen binnen de organisatie opgedoekt. Begrijpelijk wel, maar niet helemaal toevallig.
Alle neuzen dezelfde kant op? Alle neuzen dezelfde kant op. (Lees deze zin twee keer.) Waar lijkt dat op? Inderdaad: het leger. Waarom wil elk bedrijf met ieder internal branding programma, of hoe die sessies ook allemaal genoemd zijn door de bureaus die er aan verdienen, ‘alle neuzen altijd dezelfde kant op hebben’? Wordt daar wel eens over nagedacht. Een leger met de neuzen dezelfde kant op is makkelijk te controleren, met Excel-sheets is makkelijk aan te geven waar de zwakste schakels dan zitten, etcetera. Maar het gaat toch niet om controle? Het gaat bij een bedrijf toch om innovatie, om vooruitgang, om de voorsprong op de concurrent. Dat bereik je toch niet met controle? Nou, en wat doet het management? Die managed. Managers zitten vergaderingen voor over cijfertjes en lullen wat over doelstellingen en targets.
Komt-ie: ik heb een manager een keer horen zeggen tijdens een maandoverleg, letterlijk: ‘als jullie die targets niet halen, loop ik mijn bonus mis’. Serieus. Dat heet motivatie. Jij haalt je targets, jij gaat je best doen, opdat ik mijn bonus krijg. Begrepen? Uit angst moet jij goede prestaties neerzetten, en wat ik om me heen zag was schouders die naar voren gingen hangen, en boosheid na afloop. Hij moet niet denken dat ik op deze manier ook nog maar iets…. etc etc… Motivatie uit angst.
Mijn bescheiden voorspelling in deze oprukkende society 3.0 is: managers, ambtenaren denk ik ook en andere tussenlagen zullen langzaam verdwijnen, oplossen en verdampen. En dan komt de verantwoordelijkheid te liggen bij de mensen met passie, de mensen die trots zijn op hun bedrijf en op hun product, de mensen die willen vernieuwen en veranderen en daar van de top de kans voor krijgen omdat die top weet dat de wereld niet stilstaat. Haal de remmende lagen weg, investeer het vele geld dat je hiermee bespaart in de passie van je bedrijf: het uitvoerend personeel. Het personeel dat met volle vertrouwen van de top hun goddelijke gang kan gaan en niet wordt gecontroleerd.
Hiermee eindigt mijn persoonlijke visie op management en wil ik hieronder een heerlijk artikel uit Ode 78, augustus 2005, plaatsen over: Motivatie uit angst. Inspiratie uit liefde.
Ik zet de tekst hier helemaal integraal even onder, omdat ook Ode als uitgever niet inziet dat je beter geen interessante webpagina’s kunt verwijderen of verplaatsen… de linkjes naar die interessante pagina’s werken dan niet meer. En dat is voor veel lezers jammer, en voor (de vindbaarheid van) Ode ook niet slim.
Motivatie uit angst. Inspiratie uit liefde.
Je bent nog niet opgestaan of het begint al. Een spervuur van informatie wordt losgelaten op de breedband van je bewustzijn – nog voor je helemaal wakker bent. Je begint de dag misschien met een paar kostbare minuten van intimiteit of een praatje met je familie – al was het maar om te bespreken wie de kinderen na school ophaalt. Intussen zuigen radio, televisie of krant je mee in een maalstroom van geweld, rampen en tragedies. Aan het ontbijt lees je de informatie op het pak cornflakes of het melkpak en berekent het aantal calorieën, koolhydraten en het cholesterolgehalte. Je bent al met van alles tegelijk bezig. Je kleedt je kinderen aan, pakt lunchdozen en rugzakken in en je neemt onderwijl de schooldag en het huiswerk door. Opgejaagd en gespannen stort je je vervolgens in het verkeer, terwijl de zorgen en angsten van je eigen werkdag je overmannen. En dan vraag je je af waarom je niet erg geïnspireerd voelt.
Angst is de dominante sensatie in ons leven. We zijn bang voor ziekten, wantrouwen onze instellingen en overheden, zijn op onze hoede voor onze buren, bezorgd over onze financiële toekomst en doodsbang voor terrorisme, geweld en de dood. Omdat de moderne samenleving zo doortrokken is van angst, lijkt dat gevoel bij het leven te horen. Overal wordt angst als motiverende factor gebruikt: in de godsdienst (doe mee, anders ga je naar de hel), het onderwijs (leer wat ik je zeg, anders laat ik je vallen), het ouderschap (doe wat ik zeg, anders hou ik niet meer van je), de politiek (stem op mij, anders krijgen de terroristen je te pakken), het zakenleven (doe wat ik zeg, anders ontsla ik je) en de reclame (koop dit product anders blijf je lelijk).
Angst drijft relaties uit elkaar en leidt af van dagelijkse bezigheden. Door die angst kunnen we de wereld minder goed aan en zijn we als mens minder waard. Ons eerste oerverlangen is om lief te hebben en om te worden lief gehad. Onze tweede levenswens is te inspireren en te worden geïnspireerd. Maar als angst regeert in je hart, is daar weinig ruimte voor liefde of inspiratie. Als je bang bent, kun je een ander niet opbeuren, want bange mensen kunnen anderen niet inspireren. Als je anderen bang maakt, ben je niet inspirerend.
Toch hunkert iedereen ernaar om te inspireren en om te worden geïnspireerd. Iedereen verlangt naar ervaringen die zijn leven met blijdschap en liefde vervullen. Waarom is het dan zo typerend voor deze tijd dat we banger en minder geïnspireerd zijn dan ooit? Grote sporters, kunstenaars en musici weten dat de kwaliteit van hun werk afhangt van mentale, emotionele en spirituele voorbereiding. Voor alle andere mensen geldt hetzelfde -voorbereiding is bepalend voor alles wat je in je leven doet.
Tegenwoordig halen we de termen ‘motivatie en ‘inspiratie’ vaak door elkaar. Het woord inspiratie is afgeleid van het Latijnse werkwoord spirare, dat ‘ademen’, ‘bezielen’ betekent -bezieling door God. Van Dale’s woordenboek verklaart inspiratie ook met ‘bezieling’. Inspiratie is het moment waarop je contact hebt met het onzegbare, spirituele in jezelf. Het is je muze, je creatieve essentie – liefde, harstocht en blijdschap die in een golf van geweldige energie uit je hart stromen. Het is een innerlijk weten dat iedere motivatie van buiten te boven gaat. Het is iets heel anders dan motivatie. Motivatie is een relatie tussen persoonlijkheden, terwijl inspiratie een relatie tussen zielen is.
Motivatie komt voort uit angst. Motivatie zorgt voor een houding van tekort en zorg om jezelf -‘ik wil je gedrag met een beloning of aanmoediging veranderen en als je de door mij bedachte doelstellingen haalt, dan kan ik mijn eigen doelstellingen halen en mijn behoeften bevredigen.’
Inspiratie daarentegen heeft te maken met overvloed, zorg en liefde, zonder voorwaarden -‘ik hou van je en wil voor je zorgen en je dingen leren en je helpen groeien.’Wie motiveert, zorgt in de eerste plaats voor zichzelf. Wie inspireert, zorgt in de eerste plaats voor een ander. Motivatie komt voort uit angst. Inspiratie komt voort uit liefde. Het zijn bijna tegengestelde dingen. Inspiratie essentieel is als je anderen wilt helpen voldoening te vinden in hun leven en een goede maatschappij te scheppen. Inspiratie is een zorgende relatie met anderen waarvan de wereld beter wordt.
Technologie is ook een essentiële factor in de vormgeving van de wereld. Hoewel de huidige golf van technologische vernieuwingen -zoals e-mail, het internet en de blackberry – ons enorm veel oplevert, lijkt het erop dat we een pact met de duivel hebben gesloten. Onze wereld is zo versneld en het leven is zo veeleisend geworden dat er nauwelijks tijd is om even rust te nemen en naar onze ziel te luisteren. We willen blijkbaar liever de kleine, banale en vaak oppervlakkige problemen van het leven oplossen dan de belangrijke vragen stellen. De kans is groot dat we onze ziel tekort doen als we vergeten om de ziel op gelijke voet met ons wereldlijke ego mee te laten doen. Daardoor slepen we ons met ons vermoeide verstand naar het werk, naar school of naar het huishouden en laten we ons hart achter. We zijn uitgeput, er is geen sprankje energie over voor het diepere wezen van het leven.
Inspiratie vergt moed, energie, creativiteit en innerlijke kracht. Het veel geprezen vermogen alles tegelijk te doen is bijvoorbeeld weinig inspirerend. Wie een keer een gesprek heeft gehad met iemand die tegelijk zijn e-mail beantwoordde, weet wat ik bedoel. Veel dingen tegelijk doen maakt dat veel dingen slecht worden gedaan. Dingen tegelijk doen, is slecht voor de inspiratie, omdat het de prestaties vermindert. Kun je je voorstellen dat een meesterpianist een concertuitvoering geeft en tegelijk zijn voicemail afluistert?
Wie ergens goed in wil worden – en dus geïnspireerd wil raken door zijn eigen prestatie – moet zich op één ding tegelijk concentreren en dat uitmuntend doen. Dat kan als je je krachten en talenten bundelt, de tijd neemt, met anderen meedenkt en voor hen zorgt. Dat kan, als je die zeldzame gave schenkt: je volle aandacht. Het inspirerende van inspiratie is dat het in bijna ieder aspect van het leven kan opbloeien – in een bedrijfsleiding, een regering, het onderwijs, het geloof, de media, de gezondheidszorg en de communicatie. Dat komt doordat inspiratie voortkomt uit de spirituele kern die iedereen bezit.
Het sluipende en verraderlijke verschijnsel van deze tijd is dat de persoonlijkheid steeds rijker en de ziel steeds armer wordt. De persoonlijkheid wordt opgejaagd in een panische spiraal van steeds meer kopen, steeds meer doen en steeds sneller gaan, terwijl de ziel leeg aanvoelt en hunkert naar vernieuwing. Een stemmetje diep van binnen waarschuwt wel voor de groeiende tegenstelling tussen persoonlijkheid en ziel. We staan te wankelen op de rand van groot gevaar en grote verwachtingen. Dat is vooral zichtbaar in de wereld van de arbeid, de politiek, het amusement en de sport, waar de grote leegte in de menselijke geest het meest opvalt.
Het goede nieuws is dat dit verlies en gebrek aan voldoening tijdelijk is. Als je weer rekening houdt met je ziel, kun je je leven weer vervullen van blijdschap, genade en inspiratie. Alleen zal dat in de huidige wereld niet meevallen, omdat wij zijn gevormd door het streven ons vermogen tot manipulatie en uitbuiting tot ongekende perfectie te brengen. Deze persoonlijkheidscultus regeert al jaren in onze samenleving, maar we komen pas echt verder als we onze ziel opnieuw ontdekken en respecteren. Dat zal iets nieuws zijn voor deze tijd en de verandering zal dan ook niet meevallen, maar het gevolg is een kwantumsprong in menselijke voldoening en inspiratie – een bijna revolutionaire verandering. Iedereen is op elk moment in staat te kiezen of hij een leven wil leiden dat hem inspireert – en dat ook anderen inspireert – of een leven dat wordt gevoed door gebrek en angst -en dat ook bij anderen gebrek en angst opwekt.
Alle grote leiders en leraren wisten drie dingen: Waarom ze hier zijn op deze aarde – hun ‘bestemming’; Waarvoor ze staan – hun ‘doel’; en wat ze gaan doen, hoe ze voor anderen zullen zorgen met hun gaven en talenten – hun ‘roeping’. Ik noem dit inzicht het Waarom-Zijn-Doen. Leiders die inzicht hebben in hun Waarom-Zijn-Doen inspireren anderen met hun eigen voorbeeld – ze leiden een authentiek leven. Ze weten hoe ze het beste in anderen naar boven kunnen halen en ze hebben de gave zichzelf te inspireren.
Degenen die de wereld het meeste goeds hebben gebracht, begrepen meestal precies hoe belangrijk inspiratie is. Denk maar aan Gandhi, Martin Luther King en Moeder Theresa. Gandhi’s leven was authentiek – op de vraag zijn missie te beschrijven antwoordde hij simpelweg: ‘Mijn leven is mijn boodschap.’ Moeder Theresa en Martin Luther King hadden geen kwaliteitsplan of strategie – dat hadden ze niet nodig – maar ze kenden hun ‘bestemming’ en ze hadden een zo overtuigende reden voor hun handelen dat die als een magneet werkte op de hartstocht van anderen.
Je kunt niet inspireren als je bestemming, je reden en je roeping niet in harmonie met elkaar zijn – in het persoonlijke leven, in organisaties, kerken, in de politiek of het onderwijs. Ik onderstreep dat zulke instellingen pas inspirerend kunnen worden als elke persoon die daar werkt geïnspireerd is.
Als je de theorieën en modellen over ouderschap en leiderschap die vaak worden gehanteerd, weghaalt, blijkt er één ding de essentie van kwaliteit te zijn: inspiratie. Wat doen goede leiders, leraren, adviseurs en mentors immers? Ze inspireren ons. Iedereen die grote invloed op je leven heeft gehad en je heeft geholpen te worden wie je bent, was een inspirerende – niet een motiverende – figuur. Onze nadruk op motivatie – de kern van 90 procent van alles wat op het gebied van het gedrag tegenwoordig wordt gedaan – is er de oorzaak van dat we onverantwoord veel energie richten op de dynamiek van menselijke relaties in plaats van op de dynamiek van de essentie: op de wetenschappelijke feiten over de zonsondergang in plaats van op het plezier, de schoonheid en de beleving van dat mooie einde van de dag. De schepping van een inspirerende relatie – en wie verlangt daar niet naar? – is immers een kwestie van voelen, niet van doen. Zoals de jazzmusicus Charlie Parker het formuleerde: ‘Als je het niet voelt, komt het niet uit je hoorn.’ Zo worden we net zo goed in het inspireren van anderen door liefde als we waren in het motiveren van anderen door angst.
Inspiratie is cruciaal voor een gezonde samenlevingt. Artsen en zorgverleners in de hele wereld hebben als motto ‘allereerst, geen kwaad doen’. Maar statistieken en levensverhalen wijzen op het tegendeel. Volgens de National Institutes for Health in de Verenigde Staten, een van de betere landen om ziek in te zijn, overlijden jaarlijks 300.000 mensen als gevolg van medische fouten en nog eens 7.000 door fouten met recepten voor medicijnen. Ziekenhuizen staan op de derde plaats van de lijst van doodsoorzaken.
De moderne gezondheidszorg kent een systeem gebaseerd op angst en een theorie over hygiëne, die niet beantwoordt aan de behoeften van degenen die zich geïnspireerd voelen om een gezonder leven te leiden: 70 procent van de ondervraagden zoekt tegenwoordig aanvullende medische alternatieven – zoals gebedsgenezing, geneeskrachtige kruiden en planten, meditatie, yoga, ademhalingsoefeningen, massage, chiropraxie en dieettherapieën. In de gezondheidszorg gaan vooral in de landen van het Westen miljarden om: met die bedragen zouden we toch iets inspirerends moeten kunnen doen. Maar dat vergt dat de nadruk wordt verlegd van motivatie naar inspiratie, van angst naar liefde, van mij naar jou en van zwakte naar kracht.
Onlangs bouwde Centura Health in het stadje Parker in de Amerikaanse staat Colorado en nieuw ziekenhuis. Het was opmerkelijk dat de zorginstelling ervoor koos om boven het geplande bouwbedrag van 180 miljoen dollar, 10 miljoen dollar extra uit te trekken voor het bouwen van een inspirerende omgeving. Het ziekenhuis werd in februari 2004 geopend en is sindsdien al bekroond met verschillende prijzen voor architectuur, maar ook – en belangrijker – voor de bijdrage aan de gezondheidszorg. Personeel en patiënten genieten van een lichte, inspirerende, niet ‘ziekenhuisachtige’ omgeving. De extra investering loont. Het personeelsverloop in het nieuwe ziekenhuis ligt op de helft van het verloop in andere ziekenhuizen van Centura Health. Dat betekent dat elk jaar vijftig personeelsleden minder hoeven te te worden vervangen. Als de wervingskosten bij vervanging van een specialistische werknemer in de gezondheidszorg 50.000 dollar belopen, levert dit een besparing op van 2,5 miljoen dollar per jaar. Ofwel: de extra investering van 10 miljoen dollar in de bouw van het ziekenhuis wordt in 4 jaar terugverdiend. Intussen scoort het nieuwe ziekenhuis ook het hoogste tevredenheidscijfer onder patiënten van Centura Health. Bovendien komt het nieuwe gebouw hun gezondheid ten goede. In september 2004 publiceerde de Robert Wood Johnson Foundation een rapport gebaseerd op 600 onderzoeken, waaruit bleek dat de architectuur (omgeving, plattegrond, geluid en licht) in ziekenhuizen een essentiële rol speelt in de mate en de snelheid waarmee patiënten genezen. Mensen gedijen in een inspirerende ruimte en de investering die daarvoor nodig is, valt enorm mee. Elk jaar worden er miljarden geïnvesteerd in de bouw van nieuwe ziekenhuizen. Die investeringen bieden geweldige mogelijkheden om de volksgezondheid meer te dienen en meer mensen te inspireren.
Wat voor de gezondheidszorg geldt, geldt ook voor onderwijs. Het onderwijs verkeert wereldwijd in een crisis. Steeds meer leerlingen voelen zich niet aangesproken door de vaak rigide systemen, steeds meer docenten raken gefrustreerd. Eigenlijk is dat geen wonder omdat we inmiddels weten dat elk individu op een andere manier leert en dat een op angst gebaseerde en op het gemiddelde gerichte methode dus niet bij iedereen past. We zouden de leerwijze van leerlingen afzonderlijk moeten bepalen en moeten achterhalen wat hen inspireert, om dan het onderwijs aan hun behoeften aan te passen – niet omgekeerd, zoals nu gebeurt. Als we geen systeem ontwerpen dat leerlingen inspireert – een voor een, want het zijn individuen – door hun talenten te begeleiden en lesmethoden aan te passen aan hun sterke en zwakke punten, bestaat het gevaar dat we een verloren generatie scheppen. Elke zinnige discussie over het onderwijs zou eigenlijk moeten beginnen met de vraag: ‘Wat is er nodig voor een inspirerend onderwijsstelsel?’
We zouden allemaal veel inspirerender kunnen zijn als we de emotionele moed hadden om onze angst te overwinnen. Organisaties zouden inspirerender werkomgevingen kunnen worden als de leiding de taal van de liefde in plaats van die van de angst zou spreken. De relatie tussen personeel en management zou inspirerender kunnen worden en er zouden positievere afspraken kunnen worden gemaakt als we onze arbeidsgeschillen in het licht van gemeenschappelijke behoeften zagen – en niet van ego’s of verworven posities. Huwelijken en relaties zouden inspirerender zijn als we ze accepteerden als een duurzaam, opbeurend en heilig geschenk, in de wetenschap dat liefde groeit en een huwelijk blijft voortbestaan als beide partijen zich iedere dag inzetten om elkaar te inspireren.
Het stijgende angstniveau dat het leven vandaag de dag kenmerkt, heeft geleid tot een epidemisch verlies van persoonlijke inspiratie en een wijdverbreid gevoel van droefheid. De angst is ons leven binnen geslopen, of we het willen toegeven of niet. In deze tijd worden we achtervolgd door angst, we zijn in de ban van de angst, die onze aandacht van ons werk en van mensen afleidt en daarmee onze menselijke kwaliteit aantast. De makers van films, videospelletjes, popmuziek, televisieprogramma’s, boeken, tijdschriften en kranten zijn zich dat heel goed bewust en kiezen beelden en woorden die onze verslaving, onze misplaatste belangstelling en onze afstomping voor angst in stand houden. Deze keuze is misschien beter voor de winst, maar we worden er niet door geïnspireerd en de wereld wordt er niet beter van.
Ons spirituele, emotionele en lichamelijke welzijn zou groter worden in een wereld die zich meer bewust is van de invloed van taal en de inhoud van onze dagelijkse communicatie, relaties en contacten. Het gif van geweld en angst zou dan worden vervangen door inspiratie. Daarom raken low-budgetfilms waarin begrip, liefde en plezier worden gestimuleerd, zoals Bend it like Beckham, Whale Rider of My Big Fat Greek Wedding, een gevoelige snaar bij een groot publiek. De top tien van meest winstgevende films aller tijden in Amerika wordt aangevoerd door Gejaagd door de Wind. Op die lijst staan ook The Sound of Music, E.T., The Ten Commandments,Doctor Zhivago en Sneeuwwitje en de zeven dwergen. Het is niet moeilijk te zien waaraan die films hun succes te danken hebben, maar het is opvallend dat ze geen van alle in de afgelopen tien jaar zijn gemaakt.
Onze angst begint vaak met schokkende ervaringen door falende instellingen – bedrijfsdirecties, priesters, banken, artsen, docenten, politici en politie. We voelen ons verraden. Maar als we leren die instellingen – die buiten ons staan – te wantrouwen, kunnen we ons richten op datgene wat overblijft – dat wat zich binnen in ons bevindt: de bron van inspiratie. Dat is goed nieuws, want als je je naar binnen keert, vind je de plaats waar je vermogen om lief te hebben en dus te inspireren zich bevindt – ook al is dat voor sommigen nog onbekend terrein. Carl Jung heeft eens gezegd: ‘Wie naar buiten kijkt, droomt; wie naar binnen kijkt, wordt wakker.’
Er zijn twee mogelijkheden: spelen om niet te verliezen – een manier van leven die gebaseerd is op angst – en spelen om te winnen – een houding die angst met liefde overwint en daardoor degenen die je aanraakt, inspireert. Je ervaart inspiratie en inspireert anderen als je authentiek leeft en in harmonie bent met een duidelijke visie op je hogere doel en het streven om bezielde relaties aan te gaan met iedereen voor wie je zorgt. Iedereen bezit het vermogen om te inspireren – als hij dat wil. En geef zelf het goede voorbeeld. Zoals Albert Einstein eens zei: ‘Voorbeelden zijn niet het belangrijkste, maar het enige waarmee je anderen kunt beïnvloeden.’
Dit artikel verscheen in Ode nummer: 78
Lance Secretan is managementadviseur in Toronto en auteur van Inspire! What Great Leaders Do (John Wily and Sons, 2004). Dit is zijn eigen Waarom-Zijn-Doen: Bestemming: Helpen een duurzamer en liefhebbender wereld te scheppen; Doel: Anderen inspireren om de heiligheid van alle relaties te respecteren; Roeping: Leiding geven en anderen helpen door mijn boeken, cursussen en spreekbeurten. Zie voor meer informatie: www.secretan.com.