Vandaag is Theo Windt overleden. 25 jaar geleden. Sjees, vijfentwintig jaar geleden.
Theo was mijn leermeester, mijn mentor waar ik op een gegeven moment in mijn leven behoefte aan had. Hij overleed op 73-jarige leeftijd, 22 april 1999. Ik heb ‘m 6 jaar gekend, van m’n 23ste tot 29ste. Belangrijke jaren.
Theo staat symbool voor een andere periode in m’n leven, begin en midden jaren negentig, de zorgeloze tijd, de tijd dat ik Monique leerde kennen, de tijd zonder kinderen, zonder vast werk en zonder eigen huis. Misschien wel de gelukkigste tijd van m’n leven.
Zoals ieder jaar herhaal ik ook nu weer op Theo’s sterfdag m’n blog post over Theo. M’n mooiste blog post, m’n meest gelezen blog post, geplaatst op 5 november 2006 om 20:21 uur.
‘Je zult ook afscheid moeten nemen van Theo’
‘Je zult ook afscheid moeten nemen van Theo.’ Terwijl Monique dit zegt luister ik naar Jonathan Livingston Seagull en ik schiet meteen vol. Deze muziek wilde Theo horen op zijn begrafenis. Dit is geen toeval.
Theo Windt was mijn grote vriend, mijn meester, ja noem ‘m mijn spiritueel leider waar ik op een gegeven moment in mijn leven behoefte aan had. Hij overleed op 73-jarige leeftijd, ik geloof in 1999. Ik heb ‘m 6 jaar gekend, van m’n 23ste tot 29ste. Belangrijke jaren.
Ik ontmoette hem toen ik als fysiotherapeut werkte. Hij was geen patiënt van me, maar was degene die me het meeste boeide en met wie ik de meeste vrije tijd doorbracht… het verhaal van Theo.
Ik ben als 23-jarige jongen op zoek geweest naar vaderfiguren, of eigenlijk naar bijzondere mannen. Moet kunnen. Ik ben de zoektocht overigens niet gestopt. Ik zoek ze alleen nu eerder in boeken.
Cor de zwerver bijvoorbeeld, is zo’n man, die hier nog een keer een speciaal plekje krijgt, ik heb het gevoel dat ook hij niet meer leeft, hij zal nu in de zeventig zijn. Nu blijkt het ineens tijd te worden om over Theo te schrijven, die op deze toevallige manier weer eens op mijn pad komt.
Begin jaren 70 kreeg Theo een auto-ongeluk, reed van de jeugdgevangenis in Hengelo naar de jeugdgevangenis in Zutphen – Theo was reclasseringsambtenaar – toen hij verblind werd door de laagstaande zon. Verblind door de zon, denk ik nu, dat is een mooie metafoor voor zijn leven.
Na ziekenhuisopname ging hij gebroken door met zijn leven, kon maar moeilijk de draad weer oppakken, ging reizen en kwam jaren later in een coma terecht, door een niet gediagnosticeerde hersencelinfectie die hij opgelopen had in de periode na het ongeluk.
Zes maanden lag Theo in coma. Daar kom je niet meer als ‘de oude’ uit, dat weet iedereen. Ook Theo niet. Volgens eigen zeggen voelde hij zichzelf uit de coma komen, op zich al een bijzondere beschrijving, maar eigenlijk wilde hij dat niet, hij wilde in coma blijven. ‘Het was daar zo mooi, zo vredig, zo wit.’
Toen Theo, ik geloof in 1979, uit coma kwam begon zijn spirituele zoektocht. De man had wat meegemaakt. Hij had zulke mooie dromen gehad, had al zijn belangrijke levensmomenten opnieuw beleefd, had zijn reizen over de wereld opnieuw gemaakt, in die grote mooie droom. Hij ging zich verdiepen in allelei spirituele stromingen, maar zoals dat soms is met mensen die zelf iets spiritueels hebben meegemaakt, mensen die zo verrijkt zijn door bijzondere ervaringen, deze mensen zijn in hun mens-zijn al zo wijs en spiritueel, die hebben geen boeken of leiders nodig.
Theo leefde in een verzorgingstehuis in Nijmegen, waar hij overdag de tv aanhad op zijn eenkamerappartement, waar hij ’s middags om drie uur naar ‘de zaal’ ging en met de anderen bingo speelde en ’s avonds om acht uur met de verdieping zijn kopje koffie dronk. Theo had niemand die zijn verhaal wilde horen, die zijn lessen wilde volgen, men vond Theo maar een rare.
Ik reed liefst elke dag met Theo door de stad, met zijn lange benen gekruist in zijn rolstoel, en dan mocht hij vertellen waar we koffie zouden drinken. Die koffie kreeg hij van mij, ik kreeg van hem ‘wijsheid’. Leek me wel een mooie deal. Hij gaf college. Ik was zijn leerling. Ik vond dit bijzonder, hij vond dit geweldig (dat weet ik zeker). Hij bloeide op als ik op zijn deur klopte – ‘Jahaaa, kom maar binnen hoooor!’, ook al wist ie me meteen daarna standaard neer te sabelen met ‘oh ben jij het maar’.
Ik zat op een dood spoor, op de overgang van fysiotherapeut naar journalist, hij wist me de weg te wijzen. Maar niet alleen dat, hij heeft me vooral veel geleerd over gedrag, over inlevingsvermogen, over luisteren naar elkaar, over liefde, over loslaten, verlichting, over relativeren, over weggeven, over boeddhisme, Zen, God, Allah, Sjamanisme, Jung, Freud, Schopenhauer, Kierkegaard, niet je gangbare journalistieke leerstof inderdaad.
Theo heeft mijn leven verrijkt. Nu Kiki op de grond de cd van Jonathan Livingston Seagull uit een cd toren heeft getrokken en ik die cd vervolgens weer eens beluister komt Monique met de opmerking dat nu we naar Arnhem zullen gaan verhuizen ik ook afscheid zal moeten nemen van Theo. En hoewel Theo in mijn genen, in mijn gedrag en in mijn leven is gaan zitten, hoewel ik weet dat ik veel van Theo over zal brengen op Kiki, weet ik ook dat ik hem ga vergeten. Net zoals ik merk dat ik steeds minder aan ‘m ben gaan denken. Maar ik geloof dat ik nooit afscheid van ‘m zal nemen.
Theo was een prachtig mens, een mens dat je maar zelden in je leven tegenkomt, een mens dat je wijsheid en geluk kan geven. In alle eenvoud. Theo kon niet meer lopen, niet meer staan, had een kromme rug, keek gebogen over zijn bril het leven in. Maar had een enorm charisma en leefde tot hij niet meer kon. Intens. Theo blijft mijn leraar, mijn voorbeeld. Op zijn steen staat: Theo Windt. Meer niet.