De zin danst een tijdje door m’n hoofd.
“Ik vind jou een echte videokunstenaar.”
Videokunstenaar? My god! Meent ze dat nou?
Maar even later denk ik: ja, videokunstenaar! Dat ben ik! Wat fijn dat iemand anders dat ook zo ziet. Geen cameraman, geen filmer of fotograaf, geen regisseur of documentairemaker. Ik ben videokunstenaar… een videokunstenaar die zich niet laat kisten in hokjes.
Lopend door de stad terug naar huis veer ik toch wat lekkerder in m’n sneakers dan anders, maar met dat opveren ga ik ook twijfelen aan de oprechtheid van die zin.
Meent ze dat nou echt?
Wat is het toch dat ik eigen succes niet wil zien of ervaren? Dat succes mij onzeker maakt? Dat waardering een complex ding is voor mij?
Ik weet het weer. Hij was een tijdje uit beeld, of eigenlijk heb ik ‘m een tijdje weten te vermijden, maar het is de kabouter op m’n schouder, dat vervelende mannetje dat mijn gedrag beoordeelt, bekritiseert en genadeloos afkeurt, me een kopje kleiner maakt als ik me een opgetild voel.
Hoe krijg ik die modderfokker van m’n schouder?
Gewoon laten zitten en hartelijk om lachen. Je hebt waarschijnlijk genoeg levenservaring om te weten dat het niet je beste raadgever is 🙂
Zit ‘ie links of rechts?